Social design is beloftevol voor inwonerparticipatie

In designstad Eindhoven zet de gemeente bij inwonerparticipatie veelvuldig designkracht in. De gedachte daarachter is dat de trajecten dan meer lucht en diversiteit krijgen en rijkere informatie opleveren. De resultaten tot nu toe zijn veelbelovend en steeds meer ambtenaren haken aan.

Inwonerparticipatie heeft een lange traditie in Eindhoven. Vaak verlopen de trajecten op een gelijkwaardige en vruchtbare manier, maar ook de woorden stoffig en voorspelbaar vielen wel eens bij evaluaties. De wens van het gemeentebestuur voor meer lucht, diversiteit en innovatie in de trajecten werd gedeeld door strategisch adviseur Olha Bondarenko en strategisch design adviseur Suzanne van der Zaan. De beide ambtenaren zijn groot voorstander van design-inzet en inspirerende werkvormen zoals gamification (zie kader).

Social design

Social design is de inzet van ontwerpmethodieken om complexe sociaalmaatschappelijke vraagstukken op te lossen. 
Het sociale heeft betrekking op de aard van de vraagstukken en op het betrekken van de ‘gebruikers’ zoals inwoners bij het oplossen daarvan. 
Design gaat over het gestructureerde ontwerpproces om uiteenlopende belangen en behoeften helder te krijgen en die te verwerken tot deeloplossingen die als ‘prototype’ getest en bijgesteld worden, net zo lang tot er een bevredigend resultaat is. Deze iteratieve (zichzelf herhalende) processen worden begeleid door social designers.  
NB: Er valt onderscheid te maken tussen complexe vraagstukken waarbij social design-inzet noodzakelijk en sturend is, en trajecten die met de inzet van design tools verrijkt en ondersteund kunnen worden. Bij inwonerparticipatie gaat het doorgaans om het tweede type traject. In dat geval is er sprake van een inwonerparticipatietraject met inzet van social design-kracht.

Gamification 

Gamification is het toepassen van gametechnieken in andere omgevingen. Een inwonerparticipatietraject kan daardoor speelser, lichter en leuker worden, waardoor een diverse groep inwoners zich eerder uitgenodigd voelt.  
Gamification valt te zien als een social design-interventie: kenmerkend voor social designers is namelijk dat zij zoeken naar de juiste methode, passend bij vraagstuk en doelgroep, om de interactie te krijgen die het traject verder brengt. Zo’n interventie helpt mensen om tot vernieuwende ideeën te komen, doordat ze op een andere manier met een vraagstuk aan de slag gaan.

Het draait om de eindgebruiker 

Net als veel andere social designers is Van der Zaan aan een technische universiteit opgeleid als industrieel ontwerper. ‘Er bestaat geen opleiding tot social designer. Maar wat voor mij altijd al centraal stond, is de mensenkant van het ontwerpproces. Het draait allemaal om de eindgebruiker, die heeft een behoefte of vraagstuk en dat wil je oplossen, dat moet matchen.’ 

Serious legospel

Afgelopen zomer, bij de herinrichtingsplannen voor het Stadhuisplein kreeg de inwonerparticipatie mede vorm door het gebruik van social design- en gamification-elementen. Een van de ingezette tools was een ‘serious legospel’ waarmee jongeren zelf hun gedroomde plein konden bouwen. Bondarenko: ‘Twaalf jongeren werkten hieraan mee. Ze bouwden en lichtten daarna in een diepte-interview hun keuzes toe.’ Ook waren er tientallen straatgesprekken met jonge gebruikers zoals skaters en andere urban sporters.

Buurtbudget verdelen

In een ander traject, in de qua inwonerssamenstelling zeer diverse wijk Oud-Woensel, mochten inwoners een buurtbudget van 50.000 euro verdelen voor verbetering van hun leefomgeving. Maarten Somers van bureau Zeewaardig was als externe social designer gevraagd om een creatieve aanpak van de verdeling van het budget te organiseren, en daarbij een zo divers mogelijk publiek te bereiken. Het social design traject dat Somers in opdracht van de gemeente opzette, leidde in vier fasen naar de uiteindelijke verdeling. 

Dobbelen voor thema’s

In verschillende fasen zette Somers gamification in. In de beginfase hielpen twee enorme dobbelstenen spel om te achterhalen welke thema’s de inwoners belangrijk vinden. Somers: ‘Op de rode dobbelsteen staat op elke zijde een vraag in de trant van: wat is je grootste droom voor de wijk? Wat zou je graag van een andere wijk willen overnemen? Wat vind je fijn? Op de blauwe dobbelsteen staan gespreksthema’s waar de vragen aan gekoppeld werden, zoals veiligheid, opvoeden en opgroeien, verkeer.’ 

Dromenvangers 

Naast het instrument van de dobbelstenen zette Zeewaardig ook minder talige methoden in. Zo konden inwoners foto’s appen om te laten zien wat ze prettig vonden aan de wijk. En er waren huis-aan-huisflyers met dromenvangers: een uitnodiging om een droom voor de wijk te omschrijven en in een speciale brievenbus te doen. Uit alle input werden zeven nieuwe thema’s geformuleerd, waarover de inwoners het totaalbedrag konden verdelen. 

250 portemonneetjes 

Daarna volgde een ronde om concrete ideeën aan te dragen. Zeewaardig ontwikkelde voor deze fase een actie waarbij ze 250 rode portemonneetjes door de hele wijk verstopten. De vinders troffen in het portemonneetje een uitnodiging aan om ideeën in te dienen. De social designers speelden hiermee in op het mechanisme dat mensen getriggerd worden en gaan kijken of er geld inzit, of informatie over de eigenaar. 

Meer diversiteit

De inzet van social design en gamification leidt daadwerkelijk tot meer luchtigheid in inwonerparticipatietrajecten, zien de social designers. Ook de belofte van meer diversiteit wordt ingelost, bijvoorbeeld door de momenten en plekken voor het dobbelspel strategisch te kiezen. Somers blikt terug: ‘We stonden op woensdagmiddag op straat omdat er dan meer ouders en kinderen te vinden zijn. En we spraken mensen aan bij het buurthuis, bij de moskee, bij het zorgcentrum en op plekken met veel studenten. Dat leverde mooie gesprekken op, bijvoorbeeld met groepjes vrouwen en jongeren met een migratieachtergrond.’

Rijkere informatie

Somers ziet ook dat een doordachte inzet van designkracht rijkere informatie op kan leveren. ‘In dit traject was het echt een eyeopener hoeveel inwoners vol trots vertellen over hun wijk. Zij kleuren het beeld heel anders in dan het zwart-witte plaatje van de buitenwacht.’ Samen met de gemeente voert Movisie momenteel een onderzoek- en leertraject uit naar hoe gemeenten de ideeën en ervaringskennis van inwoners beter kunnen benutten. Leveren de inzet van designkracht en gamification daarvoor inderdaad meerwaarde op?

Toegevoegde waarde 

Een mogelijk pijnpunt bij de inzet van design in participatietrajecten is dat de toegevoegde waarde lastig te meten en aan te tonen is. Al was het maar omdat er nooit een exact schaduwtraject zonder design naast te zetten valt. Hoe kijken ze hier in Eindhoven naar? Somers vindt de kosten om het traject te organiseren in relatie tot het te verdelen budget in Oud-Woensel redelijk hoog. Maar voor een pilot als deze vindt hij het wel verantwoord. ‘Het is de bedoeling dat er meer en waarschijnlijk grotere buurtbudgetten komen, dan ligt de verhouding dus gunstiger. Bovendien is er veel kennis opgedaan die in toekomstige trajecten weer van pas komt.’ 

Verantwoord

Suzanne van der Zaan van de gemeente stelt dat traditionele participatietrajecten aan de voorkant wellicht goedkoper lijken, maar dat er dan kansen gemist worden. ‘Dan kan er aan de achterzijde getouwtrek of vertraging ontstaan, en dat brengt onnodige kosten met zich mee.’ Strategisch adviseur Olha Bondarenko vult aan: ‘Het hoeft helemaal niet duur te zijn om inwoners op een speelsere manier te laten meedenken, bijvoorbeeld via een Instagrampoll met stellingen.’ Ze is van mening dat de kosten zeker verantwoord zijn, en ze liggen ook lager dan in andere gemeenten.

Set vaste instrumenten

Verder spreekt Bondarenko de hoop uit dat de samenwerking met Movisie kennis over effectiviteit oplevert en dat daar enige standaardisering uit voort zal vloeien. ‘Een set met instrumenten die altijd en overal makkelijk in te zetten zijn. Maar we hebben als gemeente in ons nieuwe beleid ook vastgelegd dat we de methodieken en tools continu blijven vernieuwen, aangezien er steeds nieuwe methoden en technologieën beschikbaar komen.’ Van der Zaan gelooft niet zo in standaardisering: ‘Je zou een tool alleen opnieuw kunnen gebruiken als de vraag en de context exact hetzelfde zijn. Maar dat is theoretisch, in de praktijk zijn er altijd aanpassingen nodig.’

Nog geen gemeengoed

Er is nog een andere uitdaging in Eindhoven en dat is dat de inzet van design en gamification bij participatietrajecten nog geen gemeengoed is in het ambtelijk apparaat. Van der Zaan denkt dat er sprake is van koudwatervrees. ‘Het is ook best spannend, want je geeft de ontwerpers een deel van de controle. Niet alleen over het traject, maar ook over de uiteindelijke uitkomst. Dat kan vooraf een gevoel van discomfort geven. En is eenmaal gevonden wat je zocht, dan moet je daar ook echt mee aan de slag.’ Bondarenko bepleit voldoende ruimte en tijd om collega’s op te leiden, om zo hun terughoudendheid te verkleinen. 

Het werkt als een magneet

Opleiden kan door collega’s te leren specifieke tools in te zetten. Of breder, door ze op te leiden in innovatiemanagement. Van der Zaan: ‘Daarbij kunnen ze leren herkennen wanneer design-inzet mogelijk van waarde is. Zelf hoeven ze geen ontwerper te worden: het is in trajecten juist de rol van de social designer om er voor te zorgen dat ook de competenties van “niet-ontwerpers” optimaal benut worden.’

Naast het scholen van collega’s is het belangrijk dat zij weten waar ze terecht kunnen, benadrukt Bondarenko tot slot. ‘Wil je iets met social design? Dan kun je bij die en die terecht voor advies en ondersteuning. Die gewoonte verspreidt zich bij ons inmiddels echt als een olievlek. Het werkt als een magneet die vanzelf de goede mensen trekt.’

Auteur: Tea Keijl