Sociaal werker heeft tijd nodig voor informeel netwerk

Bijna de helft – 43 procent – van de professionals in het sociale domein besteedt weinig tijd aan het organiseren van informele netwerken. Omdat ze te veel andere taken hebben, maar ook omdat in het wijkteam geen visie is op hoe je samenwerkt met andere partners in de wijk.

Op het tweede congres van het programma In voor Mantelzorg eerder dit jaar ontbrak de sociaal professional en de welzijnssector. ‘En dat terwijl toch een belangrijke opdracht aan sociaal wijkteams is de samenwerken met informele zorg. Zij staan dichtbij zorgende inwoners en kunnen een belangrijke signaalfunctie invullen in situaties waar sprake is van mantelzorg.’ Aldus Anita Peters, adviseur Sociale Zorg bij Movisie.

Sociaal werker

De samenwerking tussen sociaal professional en de vrijwillige zorg lijkt erbij in te schieten, constateert Anita Peters, adviseur Sociale Zorg bij Movisie. Bijna de helft – 43 procent – van de professionals in een sociaal wijkteam besteedt weinig tijd aan het organiseren van informele netwerken. Het lijkt alsof professionals in het welzijnswerk de tijd en de ruimte niet vinden om de samenwerking op te pakken.

Publicatie sociale wijkteams en informele zorg
Veel professionals in sociale wijkteams komen niet toe aan het organiseren van een goede samenwerking met mantelzorgers en vrijwilligers. In de publicatie ‘Sociale wijkteams en informele zorg’ leest u kort over de issues die spelen en uitgebreid over de oplossingen die werken. De publicatie biedt een handig model waarmee u samenwerking met informele zorg vormgeeft. U begint met visievorming en kijkt vervolgens met uw team welke tools voor u geschikt zijn. Ook neemt u de samenwerking met andere organisaties onder de loep. Een publicatie waarmee u direct aan de slag kunt.

Competenties

Een aantal knelpunten zit professionals dwars in de samenwerking rond informele zorg, zo blijkt uit de publicatie van Movisie en anderen. Er is vaak geen tijd door de drukte in de wijkteams. Er is vaak ook geen visie op hoe je moet samenwerken met mantelzorgers. En het ontbreekt aan kennis over goede instrumenten om die samenwerking te beginnen. ‘Er zijn 3 belangrijke competenties nodig, zegt Anita Peters: ‘Werk samen met vrijwilligers en burgerinitiatieven vanuit gelijkwaardigheid. Communicatie – de taal die je gebruikt – is belangrijk. En tot slot: beschouw de samenwerking niet als iets extra’s naast de ondersteuning van cliënten, maar als een onderdeel van die ondersteuning. Het kan gebeuren dat de professional zelf er tijd aan over houdt.’

Welzijnsorganisatie

Anita Peters constateert dat er te weinig tijd wordt uitgetrokken om te wennen aan het anders werken. ‘Bij wijkteams gaat veel aandacht naar het elkaar leren kennen. Het samenwerken met informele zorg vraagt om een leercultuur en daarmee ruimte om jezelf als professional nieuwe aanpakken en werkwijzen eigen te maken. ‘Ik vraag me af of gemeenten – als opdrachtgever aan welzijn – en welzijnsorganisaties zich realiseren wat dit grote veranderproces betekent voor de opdracht die je aan je professionals geeft én de randvoorwaarden die erbij horen. De transitie heeft een verandering van werken in gang gezet, die de professionals zich eigen moeten maken. Die verandering moet vooral tussen de oren van de sociale professional beklijven.’

Interventie

Welzijnsorganisaties moeten volgens Peters het voortouw nemen door een ‘leercultuur in de organisatie’ in te zetten. ‘Bijvoorbeeld door elkaar aan te spreken op wat je doet, door interventies te bespreken in het team en door casusbesprekingen. De professional moet de nieuwe manier van werken in de praktijk brengen, maar daar is tijd en ruimte voor nodig.’

Publicatie: Sociale wijkteams en informele zorg

Transitie

We zijn al 2 jaar verder na de invoering van de nieuwe Wmo, had de transitie niet allang in het werk van de sociale professional ingeslepen moeten zijn? ‘Twee jaar is niks als het gaat om zo’n groot veranderingsproces’, zegt Anita Peters. ‘Als de samenleving echt wil werken aan de nieuwe scenario’s voor zorg en ondersteuning, met meer eigen regie en eigen kracht voor de cliënt, dan moeten professionals de tijd krijgen daar in mee te werken. Door te leren in de praktijk, organisaties moeten dat faciliteren.’

Dit artikel verscheen eerder op de site van Zorg+Welzijn.