Onderzoek AMC laat zien: sociaal werk maakt gezond

Sociaal werk draagt bij aan de mentale gezondheid van kwetsbare burgers. Dit blijkt uit onderzoek dat de afdeling Sociale Geneeskunde van Amc/Universiteit van Amsterdam heeft uitgevoerd. Er is tot nog toe weinig bekend over hoe sociale interventies bijdragen aan gezondheid. Het onderzoek Sociaal Werk en Gezondheid brengt hier verandering in. Het legt twee sociale interventies onder de loep: Natuurlijk een netwerkcoach! en Kwartiermaken. Beide methoden hebben als doel de participatie van kwetsbare burgers te vergroten.

Bij Natuurlijk een netwerkcoach helpt een vrijwillige coach een cliënt met het ontwikkelen van strategieën om beter om te gaan met problemen. Ook ondersteunt de coach in het vormen en vergroten van het sociale netwerk. Deelnemers aan het onderzoek ervaren een positief effect op hun mentale gezondheid. Een kleine groep deelnemers heeft niet direct baat bij deze interventie. Het gaat om mensen met een klein familienetwerk. De interventie bereikt deze zeer kwetsbare groep en dat is bijzonder, maar er is meer onderzoek nodig om te achterhalen waar deze groep dan wel baat bij heeft.

Bekijk het onderzoek

Kwartiermaken

Het onderzoek naar Kwartiermaken is uitgevoerd op twee locaties. De Stamtafel in Amsterdam richt zich op mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). In de wijk worden laagdrempelige eetbijeenkomsten georganiseerd met als doel ontmoeting en participatie te bevorderen en eenzaamheid tegen te gaan. De deelnemers ervaren een positief effect op hun gezondheid en een hogere kwaliteit van leven. De Kwartiertafel in Arnhem koppelt de participatievraag van een cliënt met bijvoorbeeld psychische klachten aan het aanbod in een wijk (vrijwilligerswerk, maatje, etc.). Cliënten voelen zich hierdoor meer deel van de wijk. Dit heeft een positief gevolg voor hun mentale gezondheid.

Beide interventies hebben dus een gunstig effect op de gezondheid van deelnemers, via verschillende mechanismen. Echter, niet alle groepen hebben baat bij de interventies. Mensen met een klein netwerk (zowel in omvang als in diversiteit) schieten er het minst mee op. Mensen die al een netwerk hebben, hebben juist wel baat bij de interventies. Hun netwerk wordt steviger, meer gevarieerd of groter. Of dit gebeurt niet, maar de deelnemers voelen zich wel beter. Deze discrepantie wordt het Mattheuseffect genoemd: mensen die het al goed hebben krijgen het steeds beter en mensen die het minder goed hebben krijgen het steeds slechter.

Bijdrage aan mentale gezondheid

Het onderzoek laat zien hoe deze twee interventies een bijdrage leveren aan de mentale gezondheid van deelnemers. Dat bepaalde groepen deelnemers geen baat hebben bij de interventies is ook een belangrijke constatering. Voor sociaal werkers, interventieontwikkelaars, onderzoekers en beleidsmakers. Wat hebben deze meest kwetsbare groepen dan wel nodig? Zijn er andere mogelijkheden om hun netwerk te vergroten? Of hebben zij iets ander nodig om hun situatie minder kwetsbaar te maken?

De conclusies van het onderzoek onderbouwen het belang van sociaal werk voor het welbevinden van deelnemers. En laten de noodzaak zien om meer onderzoek te doen naar passende interventies voor de meest kwetsbare groepen.

Alles is gezondheid

Het onderzoek is gefinancierd door ZonMw in het kader van het Vijfde Preventieprogramma en sluit aan op de Alles is Gezondheid-pledge van Movisie en Sociaal Werk Nederland.

Wilt u meer weten over sociale factoren die gezondheid beïnvloeden, bekijk dan het dossier Wat werkt bij Sociaal en Gezond. Bent u benieuwd naar voorbeelden van sociaal werk dat bijdraagt aan gezondheid, bekijk dan het digitaal magazine Sociaal maakt Gezond.