Omgaan met vrijwilligers: witte handschoenen of groene vingers?

Musea of groene buurtprojecten. Twee zeer verschillende sectoren, maar in beide zijn vrijwilligers onmisbaar. Joke Meindersma heeft meegewerkt aan zowel een handleiding over het werken met vrijwilligers voor musea, als voor groene buurtprojecten. Zij vertelt over de overeenkomsten en verschillen tussen beide sectoren en over de daaruit voortvloeiende meerwaarde van deze sectorspecifieke handleidingen.

Wat zijn dat precies, groene buurtprojecten?

Dat zijn projecten waarbij mensen in een buurt samen het (openbaar) groen beheren of er een natuurspeelplek, buurtpark of buurtmoestuin van maken. Het kan gaan om spontane burgerinitiatieven, maar ook kunnen lokale zorg- en welzijnsinstellingen het initiatief nemen, bijvoorbeeld omdat zij zo het contact tussen hun cliënten en buurtbewoners willen faciliteren. De organisatievormen zijn dus tamelijk divers. Sommige projecten worden geheel door vrijwilligers gedragen, bij andere worden ze door beroepskrachten aangestuurd en zijn de vrijwilligers alleen uitvoerend. Maar een ding staat als een paal boven water: zonder vrijwilligers zouden deze projecten er niet zijn.

Hoe gaan groene buurtprojecten met hun vrijwilligers om?

De projecten zijn aantrekkelijk omdat ze in de naaste woonomgeving direct zichtbare resultaten opleveren. Ze zijn flexibel omdat ze vrijwilligers bijvoorbeeld keuzevrijheid bieden ten aanzien van het tijdstip van inzet. Daarnaast faciliteren ze de sociale contacten tussen buurtbewoners.

Er zijn nog wel wat hobbels te nemen. Zo heeft 80% van de projecten moeite met het vinden van nieuwe vrijwilligers. Het vasthouden van het bij de start van het project aanwezige enthousiasme is vaak ook een uitdaging. Ook het aantrekken van doelgroepen als jongeren of buurtbewoners met een migratie-achtergrond wil niet altijd goed lukken. Vaak ontbreekt ook hier de capaciteit om extra begeleiding te bieden.

Door gebruik te maken van de goede zichtbaarheid kunnen deze projecten wel extra contactmomenten creëren en zo op den duur nieuwe vrijwilligers aantrekken. Als je bijvoorbeeld leuke activiteiten voor de buurtkinderen organiseert, kun je daarmee gelijk de meekomende ouders enthousiasmeren.

Download handleiding

Kun je een paar positieve voorbeelden geven van hoe buurtprojecten met hun vrijwilligers omgaan?

Hoewel veel projecten een en ander niet hebben vastgelegd in een formeel vrijwilligersbeleid, is het opvallend hoeveel aandacht ze besteden aan elementen van vrijwilligersbeleid. Zo voert 75% van de projecten een functioneringsgesprek, waarbij zij hun vrijwilligers vragen naar hun motivatie en naar hun wensen. Veel projecten gaan ook creatief met beloningsvormen om, zij bieden bijvoorbeeld workshops, gratis maaltijden of eigen moestuintjes naast de gezamenlijke tuin aan.

Wat betekent de inzet van vrijwilligers voor musea?

Net als bij de groene projecten is het in dit wereldje heel wisselend hoeveel betaalde krachten er zijn ten opzichte van vrijwilligers  Een derde van de musea werkt uitsluitend met vrijwilligers en een derde heeft naast zijn vrijwilligers hooguit 1 a 3 betaalde krachten. Maar ook  grote internationaal bekende musea als het Stedelijk in Amsterdam werken met vrijwilligers.

Hoe gaan musea met hun vrijwilligers om?

Veel vrijwilligers voeten zich inhoudelijk betrokken bij het museum en de collectie. Zij brengen vaak veel expertise mee. Er is vaak sprake van een traditionele vorm van vrijwilligerswerk, waarbij de vrijwilligers zich langdurig inzetten en er ook weinig verloop is onder de vrijwilligers. De keerzijde is dat veel musea hun vrijwilligersbestand zien vergrijzen en soms worstelen om vrijwilligers te vinden voor weekenden en vakantieperioden. Musea kunnen meer vrijwilligers trekken door zich nadrukkelijker te profileren op wat ze te bieden hebben. Laat vooral zien hoe leuk en divers het werk in een musea is. Daarnaast kunnen musea beter inspelen op flexibelere vormen van vrijwillige inzet. Je kunt vrijwilligers die maar kort beschikbaar zijn goed inschakelen bij een tijdelijk project als het maken van een wisseltentoonstelling.

Ook het werven van nieuwe doelgroepen als jongeren, mensen met een migratie-achtergrond en kwetsbare burgers biedt kansen, maar vraagt tegelijkertijd soms ook om een extra tijdsinvestering. Vooral kleine musea hebben eigenlijk te weinig capaciteit voor eventueel extra begeleiding.

 

Download handleiding vrijwilligersbeleid musea

Heb je adviezen voor musea over de omgang met vrijwilligers?

Onduidelijkheid over de taken van betaalde krachten en die van vrijwilligers kan de onderlinge sfeer beïnvloeden en tot conflicten leiden. Daarom is een vrijwilligersbeleid waarin dit goed is vastgelegd, en dat ook goed wordt gecommuniceerd, zo belangrijk.

Een goed voorbeeld geeft een directeur die al zijn vrijwilligers persoonlijk kent en groet. Daarmee erkent hij het belang van hun inzet. Deze vorm van erkenning werd door de vrijwilligers erg gewaardeerd.

Als je de musea met de buurtprojecten vergelijkt, wat zijn de overeenkomsten?

Voor beiden blijft  het vinden en binden (en vasthouden van enthousiasme)  van vrijwilligers een uitdaging. Vanwege de vakantieperiode en het groeiseizoen (voor de buurtprojecten) is dit met name in de zomer urgent.

En wat zijn de opvallendste verschillen?

Bij musea is het traditionele vrijwilligerswerk dominant. Bij de projecten is overwegend sprake van informelere en flexibelere organisatievormen. Musea zijn minder lokaal gebonden en kunnen vrijwilligers ook op regionaal niveau werven. Buurtprojecten hebben een kleinere vijver om in te vissen. Maar de onderlinge betrokkenheid en het enthousiasme zijn vaak heel groot, juist omdat het in de buurt is.  

Wat zouden ze nog van elkaar kunnen leren?

Musea kunnen van de buurtprojecten leren hoe ze het vrijwilligerswerk flexibeler kunnen organiseren. Omgekeerd kunnen buurtprojecten leren hoe ze vrijwilligers langer kunnen vasthouden, en hoe ze kunnen omgaan met dominante, de sfeerbepalende, vrijwilligers.

Waarvoor kun je de handleidingen voor het werken met vrijwilligers in musea  en in groene buurtprojecten gebruiken?

Beide handleidingen bevatten een een stappenplan, tips uit de eigen praktijk en links naar tools en instrumenten en kunnen gebruikt worden als inspiratiebron, naslagwerk of als hulpmiddel om vrijwilligersbeleid papier te zetten of aan te scherpen. De basiskennis over het vinden en binden van vrijwilligers blijft hetzelfde, maar de focus op de specifieke aandachtspunten maakt beide handleidingen voor elke sector uniek en dus herkenbaar voor de gebruikers.