‘Als het mooi weer is, geniet ik hier’

Op zorgboerderij De Kleine Weide in Renswoude staat niet alleen de deelnemer centraal, maar ook de boerderij. En daarmee indirect toch weer de deelnemer, want deze benadering werkt. Dat merkt ook Theo, een deelnemer met dementie. ‘Ik ontmoet hier mensen. Dat biedt afleiding, anders zit ik maar thuis. En het werk geeft me voldoening.’

Reinard (20) opent de deur van zorgboerderij De Kleine Weide. Hij vertelt dat Theo (71) op ons wacht. Theo lijdt aan Lewy body dementie. Na Alzheimer en vasculaire dementie is dit de meest voorkomende vorm van dementie onder mensen ouder dan 65 jaar. Geheugenverlies is hierbij niet het grootste probleem, vertelt Reinard. Wel reageert iemand trager, is concentreren lastig en kan iemand met Lewy body dementie minder goed plannen en zich oriënteren. Theo heeft soms hallucinaties – ook een kenmerk – en moeite om de juiste woorden te vinden, zegt Reinard, terwijl hij ons voorgaat naar de bovenverdieping waar Theo aan een tafeltje zit. Beneden zijn nog zeven cliënten; normaliter zijn er op deze zorgboerderij vrijwilligers die het personeel ondersteunen, maar de vrijwilliger die er vandaag zou zijn, zit thuis vanwege corona. Wel helpt een stagiair een handje mee. Andere dagen in de week is met zo’n dertien cliënten wat drukker op de boerderij.

‘Wat doe ik hier eigenlijk?’

‘Domme vraag,’ begint Theo tegen Reinard, nog voordat hij een eerste vraag heeft beantwoord. ‘Heb je hem koffie aangeboden?’ Daarna: ‘Ik heb tot elf uur, daarna moet ik naar de dokter voor m’n oren. Ik zeg dus af en toe: “Hè?”. En als ik het netjes doe: “Wat zeg je?”.’

'Het werk geeft me voldoening'

Dan: ‘Jaartallen en data zijn lastig voor me, maar ik ben hier terechtgekomen via een casemanager. Ergens in april, twee jaar geleden, werd dementie geconstateerd. M’n vrouw vond me nogal vergeetachtig. Ik werd doorgestuurd naar een neuroloog en toen is de bal gaan rollen. In het stadium waarin ik zit, gaat er nog veel goed. Dus af en toe denk ik: wat doe ik hier eigenlijk? Maar er zitten ook slechte dagen tussen, zeker als ik moe ben of slecht in m’n vel zit. Mijn vrouw zegt dan tien keer per dag: “Wat zég je nou?”, of: “Dat zei je net ook.” Blijkbaar kom ik steeds slechter uit mijn woorden. Zelf merk ik ook wel dat ik qua communicatie achteruitga, bijvoorbeeld omdat ik opeens aparte woorden gebruik die helemaal niet passen bij het gespreksonderwerp.’

Amicaal

Theo werkte in het bankwezen. Bij De Kleine Weide begon hij jaren geleden op vrijwillige basis als chauffeur, om cliënten op te halen en weg te brengen. Ook deed hij kledingtransporten voor Stichting KOEH (Kom Over en Help). Toen de dementie werd geconstateerd, is dat chauffeuren gestopt. Des te prijzenswaardiger, zegt Reinard, dat Theo nu op dezelfde plek als deelnemer actief wil zijn. 

Theo: ‘Sinds kort kom ik hier drie dagen per week. De sfeer is amicaal. Ik voel me thuis binnen de cultuur, of hoe zeg je dat? Vanuit godsdienstig oogpunt, de Bijbel komt hier op tafel. Zelf ben ik ook gelovig, dus we voelen elkaar aan.’

Werken in de tuin

Theo voelt de vrijheid om te doen wat hij wil. ‘Binnen bepaalde grenzen natuurlijk. We zitten hier bijvoorbeeld op een boerderij, maar omdat ik niks met beesten heb, hoef ik niet mee te doen met de verzorging.’ Met een lachje: ‘Ze houden hier ezels. Nou, daarvan lopen er al genoeg rond!’ 

Wat de boerderij hem brengt? ‘Ik ontmoet hier mensen. Dat biedt afleiding, anders zit ik maar thuis. En het werk geeft me voldoening.’ 

Boerderijgericht, niet cliëntgericht 

Reinard: ‘We werken hier boerderijgericht. Dat betekent dat we klussen doen die het voortbestaan van de boerderij bevorderen. We beginnen de dag door te checken hoe iedereen zich voelt, maar we zeggen dus niet: wat wil je vandaag doen? Dan zouden we vaak horen: niks. Op de korte termijn kan dat prima werken, maar op de lange termijn dutten mensen daardoor in. Terwijl wij juist zien dat als mensen zich nuttig maken en zich nuttig vóelen, dit hun eigenwaarde en zelfvertrouwen bevordert. Plus: het voorkomt achteruitgang.’

'Als mensen zich nuttig maken en nuttig vóelen, bevordert dit hun eigenwaarde en zelfvertrouwen'

Niettemin hebben de deelnemers ‘s morgens wel degelijk inspraak in wát ze die dag doen. ‘Dan is het leuk om te zien dat ze langzamerhand hun verantwoordelijkheid zien, en ook nemen. Eigenaarschap, noemen we dat. In de zomer zal het vaker voorkomen dat we deelnemers vragen mee te helpen in de tuin, omdat daar dan veel moet gebeuren. En laatst hebben we nog tweeduizend bloembollen geplant. Maar: altijd in overleg. Sowieso vragen we bij de intake aan de mantelzorger: hoe ver wil je dat we qua begeleiding gaan?’

Klusjes- en tuinman

Theo schetst hoe zijn gemiddelde dag op De Kleine Weide eruitziet. De dagindeling is meestal hetzelfde, zegt ‘ie. ‘Tussen kwart over negen en tien uur is de ontvangst. De teamleiders verdelen de klusjes waar we om tien uur mee beginnen. Iedereen heeft z’n eigen klus. Ik ben graag in de timmerwerkplaats, als klusjesman. We maken daar producten op bestelling, zoals voederhuisjes of speelgoedkisten. Daarnaast ben ik de tuinman. Een beetje ongewild, thuis hadden we een onderhoudsvrije tuin. Half twaalf krijgen we een kop soep, daarna gaan we weer aan de slag tot half één. Dan houden we lunchpauze. Daarna hebben we een rustuurtje. Daar had ik eerst geen fiducie in, het leek me niet nodig, maar nu vind ik het juist lekker. Ik ga lezen in zo’n sta-op-stoel, en meestal doe ik even m’n ogen dicht.’ Lachje: ‘Misschien heeft dat met de leeftijd te maken. Later die middag doen we vaak nog een spelletje, iets met een balletje, sjoelen – alles wat vliegt.’

Vandaag regent het. Theo kijkt uit naar de lente. ‘Als het mooi weer is, geniet ik er echt van om over het terrein te lopen. Soms met de kruiwagen, want het werk moet wel worden gedaan.’

Tekst: Wilfred Hermans
Beeld: De Kleine Weide

Zinvolle daginvulling die er toe doet!

Movisie-onderzoeker Lars Ramaker: ‘Dementie is helaas een progressieve aandoening, maar dat wil nog niet betekenen dat mensen na de diagnose niets meer kunnen van wat zij daarvoor deden. Mentaal en sociaal actief blijven is belangrijk voor iemands kwaliteit van leven, maar zorgt er ook voor dat mensen met dementie minder snel cognitief achteruit gaan. Zinvolle daginvulling helpt daarbij, maar dit hoeft natuurlijk geen ‘gemaakte’ plek te zijn. Op deze boerderij kunnen ze bij hun dagelijkse werkzaamheden de extra handen goed gebruiken. Dat mensen met dementie hier, eventueel met wat extra begeleiding, mentaal en sociaal actief blijven is daarin hartstikke mooi meegenomen! 

Belangrijk daarbij is dat mensen in een veilige en vertrouwde omgeving contact blijven houden met zichzelf en anderen om hen heen, zo blijkt ook uit onderzoek. Mensen die hun leven lang in contact hebben gestaan met (huis)dieren blijven hierdoor op de boerderij ook meer in contact met zichzelf. Goed dat er bij de Kleine Weide ook oog is voor de mantelzorger. Deze kan extra context bieden bij wat iemand kan en fijn vindt, maar moet voor een ontlastend effect (ook wel respijt) ook daadwerkelijk ervaren dat iemand op zijn/haar plek is bij de zorgboerderij.’