Hoe benutten sociale wijkteams kennis en inzet van bewoners?

De helft van de gemeenten betrekt op een of andere manier wijkbewoners, mantelzorgers of vrijwilligers bij het werk van de sociale wijkteams. Dat gaat echter vooral over meedenken. Een gemiste kans. Want er zijn veel meer mogelijkheden om bewoners te betrekken bij zorg en ondersteuning. Hoe kunnen wijkteams de betrokkenheid vergroten? En welke dilemma’s kom je daarbij tegen?

Er zijn verschillende manieren waarop burgers betrokken kunnen zijn bij het sociaal wijkteam. Een belangrijk onderscheid daarbij is hun betrokkenheid bij individuele of collectieve ondersteuning. Bewoners kunnen betrokken zijn bij individuele ondersteuning aan mensen met een hulpvraag: bijvoorbeeld als ‘frontdesk’ voor het afhandelen van vragen of als lid van het wijkteam. Bewoners kunnen ook betrokken zijn bij collectieve ondersteuning, door allerlei bewonersinitiatieven in de wijk. Hieronder volgen een drietal voorbeelden.

1.    Betrokken bij inrichting en functioneren van wijkteams

Er zijn cliënten- en wijkraden en andere actieve bewoners, die bij de richting en inrichting van wijkteams betrokken zijn geweest, zoals in de gemeente Bergen. Daar werkten inwoners mee aan een analyse van de verschillende wijken en bekeken ze met elkaar welk type sociaal wijkteam daar het beste bij zou passen. Ook zijn er raden die een voorlichtende of signalerende functie hebben. Zij houden de vinger aan de pols om te kijken hoe de sociale wijkteams daadwerkelijk functioneren. Bijvoorbeeld in Zaanstad waar de seniorenraad op eigen initiatief wijkteams heeft ‘geadopteerd’. Verschillende leden van de seniorenraad richten zich daarbij op één specifiek wijkteam en onderzoeken hoe cliënten de ondersteuning van het team ervaren.

2.    Samenwerking tussen burgers en professionals

Binnen en rond de sociale teams raakt de professionele zorg en ondersteuning steeds meer verbonden met die van vrijwillige vormen en burgerinitiatieven. Een voorbeeld hiervan is een [curs]frontdesk[/curs] voor het afhandelen van vragen, voor administratieve taken of het organiseren van welzijnsactiviteiten. Of zoals in Utrecht, waar medewerkers van Utrechtse vrijwilligersorganisaties de medewerkers van de Buurtteams trainen. De Buurtteams leren kijken ‘door de bril van de informele zorg’. In Almere zit in elk van de acht teams een medewerker van de organisatie voor vrijwilligers en mantelzorgondersteuning. Deze medewerker houdt er inloopspreekuur voor bewoners, doet mee aan casusbesprekingen, stuurt vrijwilligers aan en bouwt een burennetwerk.

3.    Inzet van ervaringsdeskundigen

Een derde vorm van burgerbetrokkenheid is de inzet van ervaringsdeskundigen in de wijk. Dit zijn mensen die ervaring hebben met tegenslag, ziekte of beperkingen en deze ervaring weten te gebruiken als bron van kennis om anderen verder te helpen. Soms zijn zij lid van een sociaal wijkteam, op andere plekken werken zij vanuit een eigen team of organisatie met sociale wijkteams samen. Zoals het Buurtteam Kanaleneiland Zuid in Utrecht, dat actief een ervaringsdeskundige heeft geworven. Zo willen zij de diversiteit in hun team met die expertise aanvullen, want ervaringsdeskundigen bereiken en activeren de cliënt vanuit hun eigen ervaring vaak sneller. En zij brengen het cliëntperspectief in bij de casuïstiekbesprekingen, waardoor ook andere professionals hier beter rekening mee kunnen houden. Bekijk ook onze publicatie 'Ervaringsdeskundigheid in de wijk'.

Opdrachtgever

Kunnen bewoners opdrachtgever zijn van wat er in de wijk gebeurt? Of zelf kiezen wie er wel en niet in een sociaal wijkteam moeten zitten? De ene wijk is de andere niet en dat vraagt om verschillende competenties en aanpakken. Bewoners weten als geen ander wat er speelt in de wijk en hebben soms netwerken die de professional niet heeft. Je kunt daarom overwegen om bewoners te betrekken bij de agendasetting, de samenstelling en de evaluatie van het sociaal wijkteam. Bij de samenstelling gaat het om het profiel van een wijkteamlid: welke kwaliteiten moeten wijkteamleden volgens de bewoners hebben? Tegelijkertijd moet je er rekening mee houden dat bewoners die mee willen praten en mee willen doen, zelf niet altijd representatief zijn voor de buurt. Zorg ervoor dat ook de wensen en belangen van andere bewoners gehoord worden.

Privacygevoelig

Een veelgehoord dilemma van wijkteams in de samenwerking met burgers is de privacy. Is het een dilemma vanwege de juridische kant of heeft het te maken met onbekendheid, onwetendheid of een gebrek aan vertrouwen van de professional in de vrijwilliger? De richtlijn is dat de professional toestemming aan de cliënt vraagt voor het delen van informatie. Vraag de cliënt om toestemming om een vrijwilliger te betrekken bij zijn of haar situatie en de bespreking daarvan. Bespreek ook met de cliënt welke informatie je wel en niet deelt. Nog beter: deel informatie zoveel mogelijk in een driegesprek. Dan weet je zeker dat de cliënt het er mee eens is en weet de cliënt welke informatie de vrijwilliger krijgt. Daarnaast is het gebruikelijk om afspraken te maken op organisatieniveau, over hoe om te gaan met privacygevoelige informatie. Het is mogelijk een protocol of afsprakenbrief op te stellen met een vrijwilligerscentrale.

Genoeg mogelijkheden

Er zijn legio mogelijkheden om de kennis, kunde en inzet van bewoners in wijken en buurten meer te benutten. Heb je als wijkteam koudwatervrees? Maak een eerste start door het betrekken van bewoners bij het signaleren van problemen of door gezamenlijk een wijkanalyse te maken. Op die manier leren professionals en bewoners elkaar en elkaars kwaliteiten kennen. Vervolgens liggen er allerlei mogelijkheden om de samenwerking uit te bouwen en als bewoner ook een rol in de uitvoering of als opdrachtgever te gaan vervullen. Sociale wijkteams worden zo minder een afgebakende groep professionals en meer een netwerk van organisaties en personen. Samen leveren zij in de wijk een bijdrage aan de maatschappelijke ondersteuning.

Cijfers burgerbetrokkenheid in sociale (wijk)teams
Recent deed Movisie onderzoek naar wijkteams in gemeenten. Uit dit onderzoek bleek dat de meeste bewonersgroepen geen betrokkenheid hebben bij wijkteams, afgezien van de cliëntenorganisaties of –raden. ‘Gewone’ wijkbewoners zijn het minst vaak betrokken: 62 procent. Daarna volgt de doelgroep van het team (59 procent), mantelzorgers en ervaringsdeskundigen (elk 50 procent). Als er wel sprake is van betrokkenheid, is de meest voorkomende vorm meedenken, waarbij de bewonersgroep worden geraadpleegd voor informatie. De meest geraadpleegde groepen zijn cliëntenorganisaties of -raden (56 procent), vrijwilligers (36 procent), mantelzorgers (32 procent) en ervaringsdeskundigen (32 procent).

Dit artikel is een beknopte versie van een artikel dat in Maatwerk (nummer 3, 2016) is verschenen.