Goed Doen, Helpen als Bijverdienste of Zorg Delen: drie basistypen van georganiseerde burenhulp

BUUV, WeHelpen, TijdvoorElkaar en Mijnbuurtje.nl zijn inmiddels bekende voorbeelden van methoden en tools voor georganiseerde burenhulp. Onderling zijn er de nodige verschillen. Georganiseerde burenhulp ‘meandert’ tussen verschillende vormen van informele zorg. Welke accenten werken goed voor welk doel? Moet je (beoogde) project vooral een prettig dienstenpakket zijn bestemd voor ‘cliënten’, of is het eerder een dynamisch netwerk waarin iedereen zowel vraagt als aanbiedt?

Georganiseerde burenhulp, ook wel buurthulp genoemd, is de missing link in het veld van informele zorg en hulpverlening. Het verbindt spontane burenhulp met de kracht van een lichte vrijwilligersorganisatie. Bovendien ligt het eigenaarschap van georganiseerde burenhulp bij de buurtbewoners zelf. Hoewel dit de uitgangspunten zijn, zien we in de praktijk verschillende vormen van georganiseerde burenhulp. Het ene project lijkt meer op een zelforganisatie, het andere meer op vrijwillige inzet, aangestuurd vanuit een welzijnsorganisatie. Wat werkt in welke situatie?

Patterns of Care: typologie van burenhulpprojecten

De bekende socioloog Martin Bulmer (1986, p. 197) maakt op basis van uitgebreid onderzoek onder Engelse burenhulpprojecten een typologie die hij ‘patterns of care’ noemt. Misschien wel het belangrijkste onderscheid daarin is de vraag of en in hoeverre een burenhulpproject gebaseerd is op wederkerigheid of op ‘pure’ liefdadigheid. Beide typen zijn op andere punten succesvol en minder succesvol; de lokale context speelt daarbij een rol. Er is dus geen ideale opzet of werkwijze, wel zijn er aandachtspunten bij elk type.

‘Goed Doen’: toegewijde vrijwilligers

Bulmer spreekt van ‘Care as doing Good’, als hij het heeft over burenhulpprojecten waarin een pool van vrijwilligers zich inzet voor (met name) hulpbehoevenden in de omgeving. Het gaat daarbij om ‘klassiek’ vrijwilligerswerk en duidelijk afgebakende diensten (ziekenhuisvervoer, klein tuinonderhoud, maaltijdverstrekking). Het is eigenlijk een vorm van liefdadigheid. Van hulpvragers wordt geen vergoeding of ‘tegenprestatie’ verwacht. Dit type burenhulpproject als ‘dienstenpakket’ wordt zeer gewaardeerd door de mensen die het afnemen en voorziet in een duidelijke behoefte. Het leidt niet tot meer nabuurschap in een buurt, maar vergroot wel het ‘volume’ aan informele zorg dat voor mensen in betreffende buurt beschikbaar is (een belangrijk nuanceverschil). Ook versterkt het de bindingen tussen de vrijwilligers onderling doordat ze samen een passie delen voor het helpen van mensen die het minder hebben.

‘Helpen als Bijverdienste’: als een extraatje helpt

Daarnaast beschrijft Bulmer (1986) twee soorten burenhulp die gebaseerd zijn op wederkerigheid. De ene noemt hij ‘Care as Working Class Community’: hierin wordt de wederkerigheid vormgegeven door klinkende munt. Hulpvragers betalen een (bescheiden) vergoeding voor de diensten die helpers uit de buurt bieden. Het gaat om helpers die werkzoekend zijn of re-integreren en zichzelf helpen door via burenhulp werkervaring op te doen en een extraatje te verdienen. Hulpvragers weten dat en steunen het doel door burenhulp in te schakelen. Ze beschikken zelf niet over een ruime beurs en kampen met gezondheidsproblemen – de burenhulp is dus zeer welkom voor henzelf én voor de betrokken hulpgevers. Dit type burenhulpproject draagt niet per se bij aan nabuurschap, maar vergroot wel de mogelijkheden voor informele zorg én vormt een springplank voor mensen die het financieel minder hebben.

‘Zorg Delen’: nabuurschap en ontmoeting

Het andere type burenhulp dat op wederkerigheid is gebaseerd, noemt Bulmer (1986) ‘Care as Trouble Shared’. Het gaat daarbij om mensen en buurten/dorpen waarmee het sociaal-economisch gezien goed gaat, maar in gezondheidsopzicht niet. In dit type burenhulpproject draait het erom elkaar te helpen en er simpelweg ‘voor elkaar te zijn’ in netwerkverband. Er is geen vastomlijnd dienstenpakket en ontmoeting is een belangrijk onderdeel van het project. De gelijkwaardige insteek en ‘lossere’ vorm van wederkerigheid dragen bij aan het versterken van (vaak al enigszins aanwezig) nabuurschap.

Een meer wederkerige insteek kan ertoe bijdragen dat ook mensen met beperkingen via georganiseerde burenhulp zowel hun hulpvragen stellen als hulp aanbieden – waarmee ze hun zelfbeeld versterken en mogelijk meer deel gaan uitmaken van lokale sociale verbanden (Bredewold 2014). Dit kan een overweging zijn om de burenhulp niet teveel als ‘klassiek’ vrijwilligerswerk te organiseren, maar juist te kiezen voor een vorm van wederkerigheid, al dan niet op basis van kleine vergoedingen.

Handboek Buurthulp