'Als er niet over de borging is nagedacht, beklijft een project niet'

Implementeren kun je leren

Binnen de sociale sector besteden we veel tijd aan innovaties, maar veel minder aan hoe we burgers, vrijwilligers en professionals  voorbereiden op die veranderingen. Maar implementeren kun je leren. Experts, adviseurs en onderzoekers van Movisie delen hun ervaringen en kennis over de stappen van het implementatieproces.

‘Als je gaat ontwikkelen dien je meteen al te denken aan het implementeren’, vindt Lou Repetur (expert Innovatie sociale sector). Implementatie omschrijft ze als ‘het systematisch en planmatig invoeren van vernieuwingen, veranderingen en/of verbeteringen, om deze structureel een plaats te geven in het beroepsmatig handelen en/of in het functioneren van de organisatie.’ Van alle veranderingen die ingevoerd worden, beklijft ongeveer 70% niet. ‘Er is een kloof tussen het denkwerk en de verandering die ingevoerd moet worden. We besteden heel veel tijd aan ontwikkelen, maar heel weinig tijd aan de omgeving voor te bereiden op de veranderingen. Ontwikkelen en implementeren doe je gelijktijdig.

Implementatieplan

Repetur schetst een implementatieplan, dat bestaat uit implementatiefasen, succesfactoren en strategieën. De implementatiefasen betreffen verspreiding, adoptie, invoering en borging van de verandering. Succesfactoren in het implementatieplan gaan over vragen als: Is de innovatie makkelijk op te pikken? Zijn de gebruikers gemotiveerd tot een verandering? Vraagt de organisatie vaak veranderingsbereidheid van gebruikers? Is de verandering nodig voor de buitenwereld? De implementatiestrategieën zijn de concrete activiteiten die nodig zijn om de implementatie te laten slagen. Bijvoorbeeld educatieve activiteiten, facilitering, overtuigingskracht of dwang.

Meer weten over het implementeren van innovaties? Bekijk het webinar Leer interventies implementeren met succes in de Movisieacademie.

Bekijk webinar

Voorbeeldcasus ‘Competenties in de maatschappelijke ondersteuning’

Sonja Liefhebber (senior adviseur Effectiviteit en vakmanschap) vertelt hoe de implementatie van ‘Competenties maatschappelijke ondersteuning’ verliep. Deze tien competenties verschenen in de vorm van een brochure  en werden ontwikkeld in het Actieprogramma Professionalisering, waarin werkgevers, vakbonden, beroepsverenigingen, opleidingen en kenniscentra vertegenwoordigd zijn. De brochure was bedoeld om nieuwe accenten in de competenties goed te laten landen in het veld.

'We hebben alle partijen voortdurend meegenomen, er is heel veel gediscussieerd en alle partijen stonden er daardoor ook achter'

Liefhebber schetst het uitgebreide ontwikkelingsproces. ‘Cao-onderhandelaars gingen over de functieprofielen. Opleidingen spraken over de nodige veranderingen in het onderwijs. Het is  een product met vele gebruikersdoelen en daardoor een proces met alle organisaties en professionals, waardoor we voortdurend aan het veranderen en aanpassen waren. Resultaat was een set competenties die aansloten bij wat zij voor ogen hadden. We hebben alle partijen voortdurend meegenomen, er is heel veel gediscussieerd en alle partijen stonden er daardoor ook achter. De brochure wordt breed gebruikt en staat in de top 10 van meeste bekeken producten van Movisie.’ Liefhebber vertelt dat ook veel invoeringsinitiatieven zijn genomen om het product te laten landen in de praktijk zoals een Wmo-leerproject, trainingen, bijeenkomsten. ‘En de workshop voor Wmo-competenties heeft eindeloos gedraaid.’

Een andere succesfactor is nog dat er een breed aanbod aan implementatie-activiteiten is ontwikkeld, zoals trainingen, bijeenkomsten, een reflectietool'

Lou Repetur constateert dat in het ontwikkelingsproces van de competenties maatschappelijke ondersteuning alle stappen van een goed implementatieplan zijn gezet. ‘Er was veel draagvlak en dat betekent dat veel stakeholders met de competenties wilden werken.’ Nada de Groot (onderzoeker Effectiviteit en vakmanschap) betoogt dat het hoort bij veranderingsprocessen om aan alle fasen apart aandacht te besteden. Ze zegt dat ze in het verhaal over de ‘Competenties in de maatschappelijke ondersteuning’ heel veel succesfactoren terug hoort uit het betoog van Lou Repetur. ‘Stakeholders zijn er nauw bij betrokken en dat leidde tot heel heldere, toepasbare producten. Er zijn duidelijke eigenaars. En de producten kunnen breed worden gebruikt. Een andere succesfactor is nog dat er een breed aanbod aan implementatie-activiteiten is ontwikkeld, zoals trainingen, bijeenkomsten, een reflectietool.’

Lees meer over de Competenties maatschappelijke ondersteuning.

Download brochure

Voorbeeldcasus ‘Kwaliteit en outcome in de Wmo’

Annette van den Bosch (adviseur Lerend innoveren) vertelt dat het Movisie-project ‘Proeftuinen kwaliteit en outcome’ ontstond omdat de Wmo 2015 voorschrijft dat gemeenten de outcome van Wmo-interventies dienen te bepalen. ‘Welke resultaten wil de gemeente neerzetten? Wat wil je met die cliënten bereiken? Veel gemeenten zijn aan het stoeien met de vraag hoe ze dat vorm kunnen geven.’ Het project is opgezet in tien gemeenten. ‘Het gaat bijvoorbeeld om het verbeteren van collectieve kracht, het versterken van zelfregie. Dat zijn grote containertermen die in het beleid voorkomen, waarvan niet bekend is wat ze precies inhouden. Onze boodschap is: als je aan de voorkant niet helder hebt wat je wil bereiken, kun je dat aan de achterkant ook niet meten.’

Een voorbeeld van zo’n doelstelling is: mantelzorgers kunnen balanceren tussen zorg, werk en tijd voor zichzelf. ‘Dat hebben we in drie gemeenten met aanbieders én bewoners/mantelzorgers ingevuld, om duidelijk te krijgen wat ermee wordt bedoeld, en om de effecten aan het eind te kunnen vaststellen. Daar komen ook een aantal subdoelen uit, waarbij we ook indicatoren bedenken om te zien of die subdoelen zijn bereikt. Wat bijvoorbeeld balanceren is, expliciteer je met die subdoelen en zo maak je concreet wat je wil bereiken.’

'We komen ver met het verspreiden en laten adopteren van het plan voor de outcome-meting'

De gemeenten moeten de outcome-meting kunnen gebruiken in de beleidscyclus. ‘Welke ambities hebben ze voor de komende jaren? En wat is het beoogde maatschappelijk resultaat? Welke bijdrage leveren corporaties en welzijnsstichtingen daaraan? We komen ver met het verspreiden en laten adopteren van het plan voor de outcome-meting. De invoering is maatwerk. We informeren: we bieden onze aanpak aan, schrijven artikelen en gaan naar conferenties. We faciliteren ook, bij het zetten van de eerste schreden.’

Lou Repetur constateert dat het project nog midden in de implementatiefase zit. ‘Het is belangrijk om implementatie te baseren op kennis, en die kennis ook expliciet te maken. De kern van het product zit in drie sessies, die op verschillende manieren kunnen worden ingevuld.’ Nada de Groot signaleert het aandachtspunt ‘borging’. ‘Er zou iets aanwezig moeten zijn waardoor ook mensen die niet bij die sessies aanwezig waren, de kans krijgen om ervan kennis te nemen, zodat de aanpak geborgd wordt.’

Een resultaat uit het project: de handreiking 'Op weg naar outcomegericht werken'.

Download handreiking

Referentiekader

Saskia Keuzenkamp (directeur kennis Movisie en hoogleraar Participatie en effectiviteit VU)  denkt dat het implementatiemodel een mooi referentiekader is. ‘Deze twee voorbeelden zijn interessant omdat ze veel aanvullende informatie opleveren. De kracht van zo’n intensief actieprogramma was dat het resultaat nu enorm is geborgd. Bij de proeftuinen ligt de  borging veel ingewikkelder omdat er niet zo’n referentiekader is. De vraag is hoe je vanuit verschillende fasen toch kunt inzetten op die borging. Als er niet over de borging is nagedacht, beklijft een project niet. Als de buitenwereld er niet in gelooft, dan werkt het ook niet.’

Dit artikel is geschreven door Martin Zuithof, journalist en eindredacteur