Bouwstenen voor een effectieve sociale interventie – deel 4

Bouwsteen 4: monitoring van resultaten

U heeft een aanpak ontwikkeld en deze met succes in de praktijk toegepast. U krijgt positieve reacties van uitvoerders en van de doelgroep. Wat kunt u nog meer doen om van uw aanpak een effectieve sociale interventie te maken? In deze serie artikelen dragen wij vijf bouwstenen aan voor een effectieve sociale interventie, met downloads naar ondersteunende producten waar u zo mee aan de slag kunt.

Monitoring geeft een cijfermatig inzicht in de resultaten die met de interventie worden behaald. Ook kun je de processen monitoren: wat is de startsituatie, welke middelen zijn ingezet, wat waren de stappen, en wat heeft dat opgeleverd? In de sociale sector worden de mogelijkheden van monitoring nog relatief weinig benut. Er zijn slechts enkele interventies in de databank Effectieve sociale interventies waarbij monitoring plaats vindt.

De kracht van monitoring

De kracht van monitoring is het periodieke karakter: het uitvoeringsproces en/of de resultaten worden herhaaldelijk inzichtelijk gemaakt. Hierdoor kunnen vergelijkingen in de tijd worden gemaakt en worden trends zichtbaar. Die informatie kun je gebruiken om:

  • te signaleren,
  • te leren,
  • (bij) te sturen,   
  • intern en extern verantwoording af te leggen.

Het opzetten van een monitor: hoe doe je dat?

Een monitor zet je zelf op aan de hand van een aantal stappen. Bij in ieder geval stap 3 en 5 is (het raadplegen van iemand met) onderzoeksdeskundigheid aan te bevelen.

Stap 1 Stel het motief vast
Je kunt verschillende redenen hebben om te gaan monitoren. Denk bijvoorbeeld aan verbetering van de uitvoering, het volgen van ontwikkelingen door de tijd, het vergelijken van verschillende uitvoeringspraktijken en verantwoording. Het motief bepaalt voor een groot deel de opzet en de omvang van de monitor. Betrek medewerkers bij het bepalen van het motief en de opzet. Dit vergroot de motivatie en inzet voor de monitoring.

Stap 2 Sluit aan bij de doelstelling van de interventie
Het is belangrijk dat het meetsysteem aansluit bij de doelstelling van de interventie. De monitoring van de resultaten geeft dan daadwerkelijk inzicht in de mate waarin de doelen met de interventie gerealiseerd worden en hoe de uitvoering daar het beste aan bijdraagt.

Stap 3 Bepaal welke indicatoren je gaat meten
Je kiest indicatoren die aantonen of je de doelen behaald hebt of niet. Een indicator is een uitkomstmaat of eigenschap waarvan je kunt meten hoe het ermee gesteld is. Je kunt hiervoor  gebruik maken van een verandertheorie: bv. ‘om overbelasting bij langdurige mantelzorg te voorkomen, is het noodzakelijk dat mantelzorgers met regelmaat even vrijgesteld zijn van mantelzorg en voldoening ervaren van hun mantelzorgtaken’. De indicatoren worden dan: hoe vaak mantelzorgers vrijgesteld zijn van mantelzorg en in welke mate ze voldoening ervaren van hun mantelzorgtaken. Of je maakt gebruik van bestaande meetinstrumenten.

Stap 4 Bepaal de norm
Als monitoring onderdeel is van de evaluatie van een interventie, dan is het belangrijk dat je vooraf de norm voor een goed resultaat bepaalt. Bijvoorbeeld een streefaantal huisbezoeken dat heeft plaatsgevonden (proces), of een minimaal aantal mantelzorgers waarbij het risico op overbelasting is afgenomen (resultaat).

Stap 5 Meten
Je verwerkt de indicatoren in een meetinstrument. Check of het meetinstrument valide is: meten we inderdaad wat we willen meten? Ook de betrouwbaarheid van het meetinstrument is belangrijk: is voor alle gebruikers duidelijk hoe het meetinstrument moet worden gebruikt en gebruikt iedereen het instrument op dezelfde manier? Zorg dat het gebruik van de monitor goed is ingebed in het uitvoeringsproces.

Stap 6 Rapporteer en communiceer doelgericht
Het cijfermatige karakter van monitoring maakt het mogelijk om de resultaten in één oogopslag te laten zien, bijvoorbeeld met behulp van grafieken en tabellen. Door de resultaten eenvoudig weer te geven en aan te tonen hoe deze gegevens benut worden, blijft iedereen gemotiveerd om te meten. Voor leidinggevenden is een uitgebreide rapportage vaak gewenst. Bedenk dus welke informatie voor welke doelgroep relevant is.

Stap 7 Beheer
Het is handig om één coördinator te hebben die het systeem beheerd en de continuïteit bewaakt. Zowel technisch als inhoudelijk is het van belang het systeem te evalueren en eventueel aan te passen. Aanpassing kan overigens wel ten koste gaan van de vergelijkbaarheid van de resultaten.

De PiëzoMethodiek, een voorbeeld
Met de PiëzoMethodiek worden mensen die gedeeltelijk of geheel ‘buiten’ de samenleving staan  ondersteund bij hun maatschappelijke participatie. De PiëzoMethodiek is een stappenplan dat bestaat uit vijf fases. Aan het einde van iedere fase heeft de deelnemer iets nieuws geleerd. Deelnemers kunnen in iedere fase in- of uitstromen, afhankelijk van hun (voor)opleiding, capaciteiten en wensen.

De PiëzoMethodiek wordt ondersteund door het PMsys, een monitoringssysteem om de vorderingen van deelnemers vast te leggen. Via dit systeem wordt per locatie inzichtelijk hoeveel unieke deelnemers en vrijwilligers er actief zijn. Ook is zichtbaar hoe de deelnemers over de 5 fases verspreid zijn en hoe de doorstroom is naar volgende fases. Het monitoringssysteem wordt  gebruikt om te signaleren, te leren en bij te sturen, en om intern en extern verantwoording af te leggen.

Bouwsteen voor een effectieve sociale interventie

We onderscheiden vijf bouwstenen voor een effectieve sociale interventie: beschrijving, onderbouwing, evaluatie van praktijkervaringen, monitoring en effectonderzoek. Monitoring geeft een cijfermatige indicatie van de behaalde resultaten. Wanneer een interventie goed beschreven en onderbouwd is en zowel de evaluatie van praktijkervaringen als de monitoring positieve resultaten laat zien, dan kan aannemelijk worden gemaakt dat deze resultaten een gevolg zijn van de interventie. Om een oorzakelijke relatie tussen de interventie en de resultaten van de interventie vast te leggen is echter effectonderzoek nodig.

Meer informatie